1.2.6.1 Inleiding

We hadden in 2016 € 561 miljoen aan inkomsten. Daarbij rekenen we het gebruik van reserves niet mee. Meer dan de helft van onze inkomsten kregen we van het rijk via de algemene uitkering uit het gemeentefonds en speciale uitkeringen voor bijvoorbeeld sociale zekerheid en maatschappelijke dienstverlening. Verder hebben we inkomsten uit bouwgrondexploitatie en interne verrekeningen. En we hebben inkomsten van gemeentelijke belastingen, heffingen, rechten en leges. Daarbij zorgt de onroerendezaakbelasting (ozb) voor de meeste inkomsten. In deze paragraaf leest u over onze eigen belastingen, heffingen, rechten en leges.

1.2.6.2 Beleidsuitgangspunten
U heeft veel vrijheid bij de vaststelling van de belastingtarieven. Daarbij is uw uitgangspunt wel dat de opbrengsten niet meer mogen zijn dan de kosten die we maken voor het verlenen van de dienst. Dat geldt bijvoorbeeld voor de afvalstoffenheffing en de leges. Voordat we de tarieven verhogen met het percentage van de inflatie, controleren we of de inkomsten daardoor niet hoger worden dan de kosten.  Onze kosten stijgen gemiddeld met 1,2% per jaar.
We hebben de opbrengsten van de belastingen en andere heffingen alleen verhoogd met het percentage van de inflatiecorrectie. In 2016 was de inflatiecorrectie 0,70%

1.2.6.3 Overzicht belastingen en heffingen
Gemeenten mogen maar een klein aantal belastingen heffen. In de wet staat welke dat zijn.
Naast belastingen heffen gemeenten rechten en leges voor diensten die ze verlenen aan hun inwoners. De tarieven van deze rechten en leges moeten zo zijn, dat de  opbrengsten niet meer zijn dan de kosten voor verlening van de diensten. De opbrengst van deze zogenaamde gebonden heffingen mogen gemeenten alleen gebruiken om de kosten te betalen die ze maken voor die dienst. Voor ongebonden belastingen mogen gemeenten zelf bepalen hoe ze opbrengst besteden. Van die algemene belastingen levert de onroerende zaakbelasting (ozb) het meeste geld op.
Hieronder ziet u een overzicht van onze belastingen en heffingen in 2016:

Ongebonden belastingen

Gebonden belastingen

Onroerendezaakbelasting

Afvalstoffenheffing

Hondenbelasting

Rioolheffing

Parkeerbelasting

Leges

Precariobelasting

Marktgelden

Toeristenbelasting

Begraafplaatsrechten

Reclamebelasting (2017)

1.2.6.4 Geraamde en werkelijke opbrengsten 2016

Geraamd

Werkelijk

Verschil

Onroerendezaakbelasting

45.704.000

45.188.000

-516.000

Afvalstoffenheffing

16.094.000

14.429.000

-1.665.000

Rioolheffing

11.287.000

11.367.000

80.000

Parkeerbelasting

3.623.000

3.528.000

-95.000

Precario regulier
Precario (netwerkbeheerders)
Precario (storting voorziening)

821.000
0
0

613.000
7.558.000
-7.558.000

-208.000
-7.558.000
7.558.000

Hondenbelasting

771.000

786.000

15.000

Toeristenbelasting

1.676.000

1.680.000

4.000

Begraafrechten

1.502.000

1.513.000

11.000

Omgevingsvergunning
(activiteit bouwen)

4.750.000

5.362.000

612.000

Leges Burgerzaken

2.856.000

3.016.000

160.000

Legesvergunningen publiek domein

227.000

185.000

-42.000

Marktgelden

375.000

318.000

-57.000

Reclamebelasting

Totaal

89.686.000

87.985.000

1.701.000

Onroerendezaakbelasting (ozb)
De gemiddelde aanslag ozb ging in 2016 omhoog met de macronorm van 2,5%.Deze macronorm is de bovengrens voor de stijging van het ozb tarief die het rijk en Vereniging van Nederlandse Gemeenten hebben afgesproken. De onroerendezaakbelasting is een percentage van de onroerende zaak. We berekenen elk jaar hoeveel ozb we voor het volgende jaar maximaal verwachten. Dat doen we op basis van de totale WOZ-waarde van alle onroerende zaken in Apeldoorn. WOZ = Waardering Onroerende Zaken. Bij de totale WOZ-waarden tellen we ook de uitbreiding en waardestijging van de onroerende zaken mee. Het percentage ozb bepaalt de hoogte van elke individuele aanslag ozb voor 2016. Daarbij is van belang of iemand eigenaar of gebruiker of beide was van een niet-woning of eigenaar van een woning.

Afvalstoffenheffing
De afvalstoffenheffing bestaat uit een vast en een variabel deel. Elk huishouden is verplicht het
vaste deel te betalen. Het variabele deel bepalen we op basis van het aantal keren dat een huishouden
de container voor restafval laat legen. We verrekenen dat achteraf met de aanslag van het
volgende jaar. Minder aanbiedingen en het streven naar het kostendekkende tarieven hebben gezorgd voor een tariefsverhoging in 2016 van 4,7%. Daarnaast boden we onze inwoners in 2016
meer mogelijkheden om hun afval te scheiden.
De opbrengst van de afvalstoffenheffing was lager dan we hadden begroot. Bij onderdeel 721/725 (Afvalverwijdering en verwerking) van Programma 4 leest u meer over de afvalstoffenheffing.

Rioolheffing
De gemeente is verantwoordelijk voor de hele gemeentelijke waterhuishouding. Dat betekent:

  • dat we de zorg hebben voor inzameling en transport van afvalwater;
  • dat we een zorgplicht hebben voor regenwater;
  • dat we regisseur zijn bij de aanpak van grondwaterproblemen.

De kosten die we hiervoor maken, verhalen we via de rioolheffing op gebruikers van woningen en
niet-woningen. De rioolheffing is een percentage van de waarde van de onroerende zaak. De
gemiddelde aanslag rioolheffing ging in 2016 omlaag met 4,15%. Dat was mogelijk omdat er meer geld zit in de reserve. Dat is te danken aan plannen die we hebben voor ons beleid en aan de ontwikkelingen op het gebied van aanpassingen aan de klimaatverandering. U leest meer over de rioolheffing bij onderdeel 722/726 (Riolering) van programma 3 (Openbare ruimte).

Parkeerbelasting
We gebruiken de parkeerbelasting om de kosten voor parkeervoorzieningen te betalen en om het
parkeren binnen de gemeente te regelen. We maken onderscheid tussen parkeren voor bewoners,
parkeren voor bezoekers en woon-werk parkeren. We willen zo weinig mogelijk auto’s langs de
openbare weg laten parkeren en het gebruik van de auto voor woon-werkverkeer ontmoedigen. De lagere opbrengst van € 95.000 wordt veroorzaakt door minder naheffingsaanslagen en minder opbrengst van de parkeergarage Brinklaan. U leest meer over de parkeerbelasting bij onderdeel 214/215 (Parkeren) van programma 3 (Openbare ruimte).

Precariobelasting
We heffen precariobelasting voor het gebruik van gemeentegrond. Daar valt niet alleen
het plaatsen van containers langs of op de openbare weg onder, maar bijvoorbeeld ook een
lichtbak aan een winkel die boven gemeentegrond hangt. We mogen zelf de tarieven van de precariobelasting bepalen. We hebben de tarieven in 2016 verhoogd met 0,70%. Dat was het percentage van de inflatie. Ook is het tarief voor het hebben van kabels en leidingen in op of boven gemeentegrond verhoogd met € 0,50 (van €2,25 naar €2,75).
U leest meer over de precariobelasting onderdeel 939 (Dit onderdeel staat in programma 1) van
programma 1 (Bestuur,(wijk)organisatie, burgerzaken en financiën).

Hondenbelasting
U mag de hoogte van de hondenbelasting zelf bepalen. Er hoeft geen relatie met de kosten te
zijn. U heeft bij de invoering van de hondenbelasting besloten dat de opbrengst niet hoger mag
zijn dan de kosten van de maatregelen om overlast van honden te beperken. Die kosten zijn
vooral de kosten voor het onderhoud van de hondenuitlaatplaatsen. We hadden in 2016 genoeg
budget om prijsverhogingen vanwege inflatie op te vangen. Daarom hebben we de tarieven van
de hondenbelasting voor 2016 op het niveau van 2015 gehouden.

Toeristenbelasting
De tarieven van de toeristenbelasting passen we elk jaar aan met het consumentenprijsindexcijfer
van het CBS. Dat betekende voor 2016 een verhoging van de tarieven met 1,1%.

Begraafplaatsrechten
De tarieven voor de begraafplaatsrechten zijn per 2016 verhoogd met 2,7%.

Reclamebelasting
De reclamebelasting is op 1 januari 2017 ingevoerd.

Marktgelden
De marktgelden zijn in 2016 verhoogd met 1,2%.

Leges
We hebben de andere leges en rechten in 2016 in principe verhoogd met de gewogen index van
1,2%. Bij de vaststelling van een aantal tarieven hebben we rekening gehouden met wettelijk
vastgestelde tarieven. Dat was bijvoorbeeld zo bij de leges voor kansspelautomaten en de
verklaring omtrent gedrag (VOG). De opbrengst van de leges voor vergunningen in het publiek
domein waren € 42.000 minder dan we hadden begroot. Daar waren drie oorzaken voor:
• we kregen minder aanvragen voor vergunningen met hoge legestarieven;
• we hebben geen vergunningen meer gegeven voor de openstelling van supermarkten;
• we hebben posten van voor 2015 oninbaar verklaard.

De opbrengst leges burgerzaken is € 160.000 meer dan begroot. Er zijn aanzienlijk meer rijbewijzen aangevraagd (1.961 meer dan begroot).

De leges voor de omgevingsvergunning zijn gehandhaafd op het niveau van 2015. De opbrengst van de leges voor omgevingsvergunningen (activiteit bouwen) was € 612.000  hoger dan we hadden begroot. Dat komt omdat er meer bouwplannen zijn ingediend dan we hadden verwacht. U leest meer over de leges bij onderdeel 823 (Omgevingsvergunningen, activiteit bouwen) van programma 9 (Door! met de buitenstad).

1.2.6.5 Lokale lastendruk
In de tabel hieronder ziet u een totaalbeeld van de ontwikkeling van de woonlasten voor een huishouden met een gemiddelde woningwaarde van € 209.000 in 2015 en € 211.000 in 2016.
I

Woonlasten

2015

2016

% ontwikkeling

Ozb

298,24

305,53

2,44%

Rioolheffing

143,58

137,57

-4,18%

Afval vastrecht

166,44

174,26

4,70%

Afval variabel*

81,10

80,65

-0,55%

Totaal

689,36

698,01

1,27%

*Uitgaande van een aanbod van 10 ledigingen in 2015 en 9,5 in 2016 per jaar voor een 240- liter container.

Op totaal niveau stijgen de woonlasten in 2016 met 1,27%. In de grafieken hieronder ziet u de totale woonlasten van een eenpersoonshuishoudens en meerpersoonshuishoudens in Apeldoorn ten opzichte van omliggende gemeenten die ongeveer net zo groot zijn als Apeldoorn. (Bron: Centrum voor Onderzoek van de Economie van de Lagere Overheden (COELO))

1.2.6.7 Kwijtscheldingsbeleid

Er zijn twee groepen mensen die in aanmerking kunnen komen voor kwijtschelding van de gemeentelijke belastingen:

  • mensen die een inkomen hebben van maximaal het bedrag van de bijstandsuitkering;
  • mensen die met pensioen zijn en een inkomen hebben van maximaal 100% van de AOW-norm.

De gemeentebelastingen waar dit voor geldt zijn:

  • het vastrecht van de afvalstoffenheffing;
  • maximaal € 65,20 van het variabele deel van de afvalstoffenheffing;

We zijn er hierbij van uitgegaan dat een meerpersoonshuishouden gemiddeld 8 keer per jaar een 240 liter container aan de straat zet.

  • rioolheffing;
  • hondenbelasting voor 1 hond;
  • een deel van de onderhoudsrechten van graven. Dit komt maar weinig voor.

Alle andere gemeentebelastingen, heffingen moeten deze mensen wel betalen.

Belastingsoort

Geraamd

Werkelijk

Verschil

Hondenbelasting

€ 41.900

€ 48.100

- € 6.200

Rioolheffing

€ 280.100

€ 362.500

- € 82.400

Afvalstoffenheffing

€ 915.700

€ 925.500

- € 9.800

Onroerendezaakbelasting

€ 10.000

€8.500

€ 1.500

Totaal

€ 1.247.700

€ 1.344.600

- €96.900