Financieel resultaat 2016

Hoeveel geld waren we op 1 januari 2016 van plan in heel 2016 uit te geven? En hoeveel geld hebben we op 31 december 2016 echt over het hele jaar uitgegeven? Dat ziet u in dit hoofdstuk. We maken daarbij onderscheid tussen baten en lasten. Baten zijn onze inkomsten in 2016 en lasten zijn onze uitgaven in 2016. Het verschil tussen beide is ons resultaat over 2016.

1.1 Exploitatie

Begroot

Werkelijk

Verschil

Baten

Reguliere exploitatie

498,8

531,7

32,9

Bouwgrondexploitatie

32,0

39,2

7,2

Totaal baten

530,8

570,9

40,1

Lasten

Reguliere exploitatie

508,7

530,4

-21,7

Bouwgrondexploitatie

29,7

19,1

10,6

Totaal lasten

538,4

549,5

-11,1

Brutoresultaat

-7,6

21,4

29,0

Mutaties reserves

7,6

-16,4

24,0

Nettoresultaat

-0,0

5,0

5,0

In de begroting van 2016 zat een tekort van € 7,6 miljoen. Dat hebben we gedekt door € 7,4 miljoen uit bestemmingsreserves te halen en € 0,2 miljoen uit de Algemene Reserve. Uiteindelijk hadden we beide bedragen niet nodig. We konden in 2016 zelfs € 16,4 miljoen in reserves storten.
Dat we geld in de reserves storten of eruit halen, komt omdat er kosten en opbrengsten zijn, die we altijd met deze reserves verrekenen. Dat zijn bijvoorbeeld de Reserve Riolering en de Reserve Afvalstoffenheffing en investeringen die we betalen vanuit de Bestemmingsreserve Ontwikkeling Apeldoorn.

Resultaat
Het resultaat over 2016 is € 5,0 miljoen voordelig. Dat is vooral te danken aan incidentele voordelen. Onder meer omdat we € 3,5 miljoen meer algemene uitkering kregen van de rijksoverheid. Een klein deel van de voordelen is structureel. Dat hebben we al verwerkt in de Meerjaren Programmabegroting 2017-2020.
We maken elk jaar een voorstel om het resultaat te bestemmen voor bepaalde doelen. Soms is dat een vrije keuze. Soms zijn we dat gewoon verplicht, omdat we zo gemaakte afspraken nakomen. In 2016 geven we per saldo aan € 4,0 miljoen een speciale bestemming. Dat is minder dan het rekeningresultaat van € 5,0 miljoen. Het bedrag dat overblijft (€ 9,0 miljoen) stoppen we in onze Algemene Reserve. Hieronder gaan we kort in op de twee grootste speciale bestemmingen.

  • Sociaal domein
    We stellen de gemeenteraad voor om € 2,9 miljoen uit de Reserve Sociaal Domein te halen. We hebben die reserve vorig jaar gemaakt om te zorgen dat geld dat we hebben gekregen voor het sociaal domein hiervoor ook beschikbaar blijft. Met deze reserve vangen we financiële risico’s voor de komende jaren op en kunnen we ook investeren in de nieuwe taken. We gebruiken de reserve nu voor het eerst, omdat we in 2016 meer hebben uitgegeven in het sociaal domein dan we hadden begroot. Dat kwam vooral door hogere kosten voor (jeugd)zorg in natura. We hebben ook extra kosten gemaakt, omdat we taken op het gebied van jeugdgezondheidszorg anders gaan uitvoeren. We verwachten dat we die extra kosten de komende jaren wel weer terugverdienen.
    Een toelichting op de extra uitgaven:
  • Participatie

Eind 2016 kregen meer huishoudens een bijstandsuitkering dan in 2015. De toename komt onder andere door de groei van het aantal statushouders in 2016. Statushouders zijn vluchtelingen die een vergunning hebben om in ons land te blijven.We krijgen niet genoeg geld van de rijksoverheid om alle uitkeringen te betalen. We komen ongeveer € 4,8 miljoen tekort. We verwachten dat we nog € 1,5 miljoen extra krijgen van de rijksoverheid. Dan is het tekort uiteindelijk dus nog € 3,3 miljoen;

  • Jeugdzorg

Voor individuele voorzieningen voor de jeugd hadden we een budget van € 33,5 miljoen. Het ziet ernaar uit dat we € 2 miljoen meer gaan uitgeven. We moeten namelijk nog een aantal kosten over 2015 en 2016 afrekenen.

De onzekerheden zijn wel minder geworden, maar er zijn nog steeds risico’s binnen het sociaal domein. Zo blijft bijvoorbeeld de kans aanwezig dat meer jeugdigen een beroep doen op dure vormen van specialistische jeugdhulp. Dan kan het zijn dat we niet genoeg geld daarvoor hebben. Ook is het de vraag hoeveel inwoners de komende jaren bijstand nodig hebben. Met investeringen in het sociaal domein proberen we binnen onze begroting geld vrij te maken om deze risico’s op te vangen. Maar we kunnen niet uitsluiten dat we voor bepaalde taken nog wat langer geld tekort komen in onze begroting.

  • Grondbedrijf
    Het Grondbedrijf heeft een positief resultaat van € 7,5 miljoen. We stellen de gemeenteraad voor om € 2,2 miljoen van dit geld in de Algemene Reserve Grondbedrijf te stoppen. Zodat deze genoeg geld heeft om de risico’s van het Grondbedrijf te dekken. De overige € 5,3 voegen wij toe aan de Algemene Reserve.

1.2 Balans

De balans geeft aan hoeveel vermogen onze gemeente op 31 december 2016 had. Aan de linkerkant van de balans staan onze bezittingen, aan de rechterkant onze schulden en ons eigen vermogen.
Hieronder vindt u een samenvatting van de balans op 31 december 2016 met de cijfers van vorig jaar erachter.

Balans gemeente Apeldoorn

Bedragen in miljoenen Euro's

31-12-

31-12-

Eigen vermogen en

31-12-

31-12-

Bezittingen

2016

2015

schulden

2016

2015

Gronden en terreinen

42,0

39,5

Algemene reserve

-21,4

-22,6

Strategische gronden

34,0

0,0

Woonruimten

0,5

0,7

Bestemmingsreserves

78,1

50,8

Bedrijfsgebouwen

392,7

397,7

Rekeningresultaat

5,0

11,7

Grond-, weg-, waterb.werken

58,0

57,6

Subtotaal eigen

61,7

39,9

Vervoermiddelen

2,0

2,3

vermogen

Machines en installaties

16,9

17,1

Uitgeleend geld

59,8

59,9

Voorzieningen

27,3

25,9

Voorraad gronden

55,8

81,3

grondbedrijf

Leningen

584,2

604,6

Overig

80,3

79,4

Overig

68,8

65,1

U ziet in dit overzicht dat onze bezittingen € 6,5 miljoen meer zijn geworden. Wat opvalt, is het grote verschil bij Voorraad gronden Grondbedrijf. Dat komt, omdat we volgens nieuwe regels sinds 2016 de voorraad strategische gronden apart moeten opnemen. Die zaten eerst in Voorraad gronden Grondbedrijf. Strategische gronden zijn gronden die we in het verleden hebben gekocht voor ontwikkeling van woningbouw of bedrijfsterrein, maar daar toch niet voor willen gebruiken.

Ons eigen vermogen is in 2016 met € 21,8 miljoen toegenomen tot € 61,7 miljoen. Ons eigen vermogen is het totaal van de Algemene Reserve, de bestemmingsreserves en het rekeningresultaat.
Het is goed dat ons eigen vermogen groter is geworden. Zoals u al eerder las, vinden we een stevig eigen vermogen belangrijk om risico’s te kunnen opvangen.

Het bedrag van onze leningen is met € 20,4 miljoen gedaald en was eind 2016 € 584,2 miljoen.

1.3 Algemene Reserve

Op basis van deze cijfers kunnen we zien dat de Algemene Reserve al in 2018 op € 20 miljoen uitkomt. Dat is het bedrag dat we in 2022 wilden bereiken. Onze gemeente wordt dus financieel sneller gezond dan we hadden verwacht.

De gemeenteraad heeft een aantal punten vastgesteld, waaraan we meten of sprake is van blijvend financieel herstel. Zo moet de solvabiliteit verbeteren en de netto gecorrigeerde schuldquote laag blijven. De solvabiliteit is het kenmerk waaraan we kunnen zien of we genoeg ‘vet op de botten’ hebben om tegenvallers op te vangen. De netto gecorrigeerde schuldquote laat zien of we niet te veel leningen (en dus schulden) hebben. Aan het eind van 2016 zaten we met onze solvabiliteit nog in de rode zone, maar we gaan richting oranje zone. Met de netto gecorrigeerde schuldquote zitten we in de oranje zone, maar we gaan richting groene zone.

1.4 Preventief toezicht

Alles bij elkaar gaat het met onze financiën dus goed. Zo goed, dat de provincie heeft besloten vanaf 2017 te stoppen met preventief toezicht. We stonden sinds 2012 onder preventief toezicht omdat we ‘rood stonden’ op onze begroting. Door het preventieve toezicht moesten we eerst de goedkeuring van de provincie hebben, voordat we geld konden uitgeven.
We moesten in die jaren besluiten nemen die in de samenleving en in onze eigen organisatie goed voelbaar waren. We hebben subsidies verlaagd of zelfs helemaal gestopt. Een aantal ambtenaren raakte hun baan kwijt. Maar door het financieel toezicht zijn we niet stil komen te staan. We hebben in de afgelopen jaren een nieuwe toekomstvisie voor onze gemeente vastgesteld. We hebben onze organisatie op orde, voeren een actief evenementenbeleid en werken goed samen met het lokale bedrijfsleven, maatschappelijke partners, inwoners en andere overheden.