Renterisico over de vlottende schuld
De kasgeldlimiet bepaalt het bedrag waarvoor gemeenten maximaal kortlopende leningen mogen afsluiten. Kortlopende leningen zijn leningen van korter dan 1 jaar. Het maximum wordt volgens de Wet fido berekend op basis van een vast percentage (8,5%) van het begrotingstotaal per 1 januari. Voor 2016 hadden we de kasgeldlimiet berekend op € 50,7 miljoen.
Zolang de korte rente lager is dan de rente voor langere looptijden proberen wij de kasgeldlimiet zo veel mogelijk te gebruiken. De treasurycommissie heeft spelregels opgesteld voor het moment waarop we korte schuld omzetten in lange schuld. Daarbij spelen onze kijk op de rente en onze verwachtingen voor onze liquiditeit een belangrijke rol.

Kasgeldlimiet

Kwartaal

(bedragen x € 1 miljoen

1

2

3

4

Netto vlottende schuld (+)/vlottende middelen

60.966

37.016

27.097

25.292

Kasgeldlimiet

50.700

50.700

50.700

50.700

Ruimte onder limiet

-10.266

13.683

23.602

25.407

We hadden in het eerste kwartaal meer korte schuld dan de norm van de kasgeldlimiet. De reden daarvoor was dat we in de volgende kwartalen inkomsten hadden geraamd, die ervoor zouden zorgen dat we weer onder de limiet zouden komen. Dat waren vooral belastinginkomsten. We mogen meer korte schuld hebben dan de kasgeldlimiet als we ons daarbij houden aan de spelregels van de Wet fido. In het vierde kwartaal hebben we de kasgeldlimiet juist minder gebruikt. We hebben toen twee lange leningen van samen € 30 miljoen iets eerder afgesloten dan echt nodig was volgens de liquiditeitsplanning. We deden dat omdat de lange rente toen aantrekkelijk was.

Renterisico over de vaste schuld
Voor het renterisico over het begrotingstotaal geldt een norm van maximaal 20% per jaar. Dit houdt in dat wij in een jaar niet meer dan 20% van het begrotingstotaal aan herfinanciering of renteherziening mogen hebben. Het rijk heeft dat maximumpercentage ingesteld om ervoor te zorgen dat de rentelast over de jaren min of meer stabiel blijft. In het overzicht hieronder ziet u gegevens over de renterisiconorm voor onze gemeente over de jaren 2016-2020.

Renterisiconorm

Begroot

Realisatie

Begroot

(bedragen x € 1 miljoen)

2016

2016

2017

2018

2019

2020

- maximaal renterisico op vaste schuld

70,4

50,0

55,8

71,1

71,1

62,4

- renterisiconorm

120

119,3

117,6

117,6

117,6

117,6

Ruimte onder de limiet

49,6

69,3

61,8

46,5

46,5

55,2

In dit overzicht ziet u dat we in 2016 niet boven de renterisiconorm zijn uitgekomen. Op basis van de doorrekening van de jaren daarna verwachten we er dan ook niet bovenuit te komen. Behalve naar de renterisiconorm kijken we naar de financiering die we voor de komende jaren verwachten nodig te hebben. Daar passen we de looptijd van nieuwe geldleningen op aan.