Hieronder ziet u de samenstelling van onze liquide middelen. Liquide middelen zijn contant geld dat we in kas hebben, en onze tegoeden bij banken.

(bedragen x € 1.000)

31-12-2016

31-12-2015

Mutatie

05

Liquide middelen

Kas / Bank / Giro

05.1

Kas

23

18

5

05.2

Bank Nederlandse gemeenten (BNG)

0

10

-10

05.3

Overige banken

3.753

249

3.504

05.4

Kruisposten

5

13

-8

Totaal liquide middelen

3.781

290

3.491

We kunnen de veranderingen bij de liquide middelen niet apart verklaren. Daarvoor moet u alle financieringsmiddelen en kortlopende en langlopende leningen bekijken in combinatie met de totale financieringsbehoefte die we hebben. Financieringsmiddelen zijn de liquide middelen op de debet- en creditkant van de balans.

Schatkistbankieren
Eind 2013 is de Wet financiering decentrale overheden (Wet fido) veranderd. Schatkistbankieren is een nieuw onderdeel geworden. Kort samengevat houdt dat in dat gemeenten liquide middelen die ze overhebben moeten 'stallen' bij het rijk. In de tabel hieronder ziet u dat we in 2016 geen liquide middelen bij het rijk hebben gestald. En dat we binnen de bandbreedtes van de wet zijn gebleven. Een uitgebreide versie van de tabel vindt u in bijlage K.

Berekening benutting drempelbedrag schatkistbankieren (bedragen x € 1000)

Drempelbedrag

3.943

Kwartaal 1

Kwartaal 2

Kwartaal 3

Kwartaal 4

Kwartaalcijfer op dagbasis buiten 's Rijks schatkist aangehouden middelen

1.849

1.944

1.939

2.042

Ruimte onder het drempelbedrag

2.094

1.999

2.004

1.901

Overschrijding van het drempelbedrag

-

-

-

-